Voegen in metselwerk herstellen

Achtergrond
Nederland is een van de weinige landen waar de metselmortel doorgaans niet direct wordt afgewerkt (doorstrijkwerk), maar het metselwerk achteraf wordt gevoegd. Duurzaam voegwerk vereist een goed evenwicht tussen esthetische eisen en technische kwaliteit. De toegepaste voegmortels en de gehanteerde werkwijze zijn daarbij belangrijke variabelen.

Wanneer voegherstel? 
De lint- en stootvoegen moeten in goede conditie zijn om vochtdoorslag, lekkage, mosgroei te voorkomen of om esthetische redenen. Voeghardheid is een zeer bruikbare maatstaf voor de technische kwaliteit van voegen. Blijkt deze onvoldoende te zijn, dan zal (een deel van) de voeg moeten worden uitgehakt en opnieuw gevoegd. De kwaliteit van de voeg wordt ondermeer negatief beïnvloed door:

Veroudering : door verouderen gaat de kwaliteit van voegen achteruit. Indien er vochtdoorslag e.d. plaatsvindt, ligt de oorzaak veelal bij verouderd of onjuist voegwerk. Daarbij moet bedacht worden dat de voegen vaak poreuzer zijn dan de gebruikte stenen.

 Chemische aantasting: bij het samenstellen van de mortel rekening dient rekening te worden gehouden met de omgeving en eventuele belasting van het voegwerk door chloriden, zouten, zwaveloxiden, stikstofoxiden en ammoniak. Zure regen is een grote bedreiging voor voegwerk omdat zure regen het bindmiddel van de mortel oplost. Een goede weerstand tegen zure regen wordt verkregen door een juiste mortelsamenstelling en een dichte verwerking van de mortel.

Vocht: bindmiddelarme mortels met een hoge poreusheid zijn extra gevoelig voor mosgroei in vochtige milieus Door mosgroei kan zwak voegwerk al binnen een jaar geheel verzanden.

Voegherstel

Verwijderen oud voegwerk
Het oude voegwerk kan verwijderd worden middels slijpen of hakken. Daarbij is ondermeer van belang dat voldoende diepte bereikt wordt in de voeg. De Ervas specialisten kunnen u daarover nader informeren.

Eisen bij nieuw voegwerk
Na herstel kan opnieuw gevoegd worden. Daarvoor dient eerst de vereiste voeghardheidsklasse bepaald te worden, om latere aantasting van voegwerk te vertragen of te voorkomen. De minimaal benodigde voeghardheidsklasse is afhankelijk van de toepassing. Ook de breedte van de voeg is van belang.

Tevens dient de voeghardheidsklasse in relatie tot de esthetische keuze van voegtype bepaald te worden. De voegtypen (esthetische keuze) en hun maximaal haalbare hardheidsklasse worden geclassificeerd.

Tijdens en na het voegen moet tenslotte de voeghardheid gemeten worden. Dan kan worden gecontroleerd of aan de bepaalde voeghardheidsklasse wordt voldaan.

De voeghardheid wordt gemeten met de Pendelhammer PM van Schmidt. Het instrument is uitgerust met een slagstift die met een pendelbeweging op het oppervlak van de mortel slaat. De afstand, die na terugslag van de stift wordt afgelegd, kan worden afgelezen op een schaal. Hoe harder de voeg, hoe groter de terugslag (Tabel A).

   Voeghardheidsklasse                         

  Terugslag pendelhamer             

   VH15

  15 tm 24

   VH25

  25 t/m 34

   VH35

  35 t/m 44

   VH45

  45 en hoger

Tabel A relatie gemeten terugslag - voeghardheidsklasse

De weersomstandigheden kunnen invloed hebben op de voortgang van het voegwerk.

Na het voegen wordt een vochtwerende impregnering (hydrofoberen) aanbevolen. Voor meer informatie over hydrofoberen, klikt u hier.

Ervas, voor gedegen advies en professionele uitvoering.